Het huidige DAV-certificaat is opgesplitst in twee niveaus.
Iemand die DAV wil worden, start met het behalen van een DAV-1-certificaat. Dit certificaat heeft een geldigheidsduur van 36 maanden. De persoon dient dan wel onder begeleiding van een DAV-2 of DTA te werken.
Om in aanmerking te komen voor een DAV-2 certificaat, moet de DAV-1 onder begeleiding van een mentor een portfolio opbouwen.
In deze praktijkperiode moet de DAV-1 de door Ascert opgestelde praktijkopdrachten aantoonbaar uitvoeren in tenminste 120 pakuren, waarvan tenminste 30 in containment, in tenminste 40 pakdagen van tenminste 1 pakuur per dag. Zie hiervoor ook het leerwerktraject.
Tussen de mentor, DAV-1 en de werkgever wordt een leerwerkovereenkomst getekend. Zonder mentor kan geen leerwerktraject worden opgestart.
De mentor heeft een belangrijke rol in de begeleiding en opleiding van de DAV-1. De mentor dient te zijn opgenomen in het mentorregister op de website van Ascert.
Na het uitvoeren van het leerwerktraject wat aan de eisen voldoet, wordt een verklaring opgesteld door de mentor. Het dossier en de verklaring worden getoetst door Ascert. De DAV-1 kan met een verklaring van de mentor en het beoordelingsverslag van Ascert het DAV-2 examen aanvragen.