Veelgestelde vragen

Hier vindt u de antwoorden op de meestgestelde vragen, onderverdeeld in een aantal categorieën. Klik op één van de categorieën en dan ziet u daaronder de meestgestelde vragen in deze categorie. Als u op de vraag klikt, opent daaronder een venster met het antwoord. 

Heeft u een vraag die niet in dit overzicht vermeld wordt of wilt u extra of specifieke informatie als aanvulling op de antwoorden in dit overzicht? Stuur dan een mail naar info@ascert.nl

In het certificatieschema is een artikel over “onverenigbaarheid van functies” opgenomen, waarin staat welke combinaties niet zijn toegestaan. Voor asbestinventarisatiebedrijven is dit artikel 7, voor asbestverwijderingsbedrijven is dit artikel 25.

De eisen zijn gesteld in de certificatieregeling. U vindt de certificatieregeling onder 'Wetgeving'

U kunt uw melding kenbaar maken aan de Certificatie-instelling van het gecertificeerde bedrijf. De Certificerende Instelling geeft het certificaat uit en heeft ook de taak te controleren of het bedrijf aan de gestelde eisen voldoet. Indien dit laatste niet het geval is, kan de Certificerende Instelling een afwijking of sanctie uitschrijven of zelfs het certificaat intrekken.

De eisen zijn gesteld in de certificatieregeling. U vindt de certificatieregeling onder 'Wet- en Regelgeving'

De Certificerende Instelling (CI) draagt zorg voor het opnemen van de certificaatgegevens in het register. Vraag bij desbetreffende CI of exameninstelling na waarom uw certificaat nog niet zichtbaar is.

De Commissie SCi-547 is inmiddels opgeheven. Hiervoor in de plaats is het Validatie en innovatiepunt (VIP) gekomen. De besluiten die door de Commissie SCi-547 zijn genomen, zijn op te vragen via het secretariaat.

Een volledige lijst met gecertificeerde bedrijven wordt niet verstrekt. Dit past niet bij de doelstelling die Ascert als schemabeheerder heeft. Als schemabeheerder heeft Ascert de taak om te tonen of een bedrijf beschikt over een certificaat en wat de status daarvan is. Deze informatie kan door elke bezoeker van de webiste worden opgezocht. Dit is tevens opgenomen in onze disclaimer en privacyverklaring.

De certificatieplicht voor kraanmachinisten is inmiddels vervallen. Dit is op 24 juni 2024 gewijzigd in het Arbobesluit. Hoewel de certificaatverplichting is vervallen, zijn er wel voorwaarden gesteld waaraan de kraanmachinist dient te voldoen. Zie hier.

U dient aangemerkt te zijn als asbestinventarisatiebedrijf om tikken te kunnen kopen en smartuitdraaien te maken.

Bent u onlangs gecertificeerd dan kunt u inderdaad nog geen tikken kopen of smartuitdraaien maken.

U kunt zichzelf niet als asbestinventarisatiebedrijf  aanmerken. Dit wordt gedaan door de technisch beheerder. Dien een verzoek in bij Ascert via het contactformulier om aangemerkt te worden als asbestinventarisatiebedrijf. Staat u nog niet in het register stuur dan een kopie van het certificaat mee.

Na indienen van het verzoek verifiëren wij of u daadwerkelijk een gecertificeerd asbestinventarisatiebedrijf bedrijf bent en indien akkoord zullen wij u dan aanmerken als asbestinventarisatiebedrijf en u hiervan berichten.

Dat betekent dat u als gebruiker geregistreerd bent, maar dat de beheerder van uw organisatie u nog geen rechten heeft gegeven. Wie de beheerder is wordt op dat moment ook op het scherm aangegeven. Vraag uw beheerder dan om toegang te krijgen tot SMART. Er is voor beheerders ook een aparte handleiding gemaakt, waar u kunt lezen hoe dat moet.

Dit heeft te maken met het beveiligingsniveau van uw browser. Die staat het downloaden niet toe. Probeer eventueel een andere browser om te zien of het daar wel lukt om smarts te downloaden. Als het daar wel lukt is het dus zeker een browser probleem. Voeg de site in elk geval toe als vertrouwde site en stem even af met uw ICT afdeling of partner om de browser qua beveiliging goed af te stellen.

In SMART is een regelset ingesteld die de risicoklasses bepaalt op basis van de antwoorden op de vragen die de DIA opgeeft. Deze regelset is gebaseerd op metingen en opgaves van TNO.

Indien er van een bepaald product en handeling onvoldoende of geen meetgegevens zijn, dan is uitgegaan van worst-case.

Wijzigingen in de regelset v.w.b. de risicoklasse bepaling worden pas doorgevoerd nadat hiervoor voldoende onderbouwing is en na een besluit hierover van SZW.

Ja, dat mag. Het inlegvel dient te worden toegevoegd door een gecertificeerd asbestinventarisatiebedrijf. Het hoeft niet per se hetzelfde inventarisatiebedrijf te zijn als die het rapport heeft opgesteld.

Er worden met enige regelmaat vragen gesteld of stopverf als kit of als beglazingskit gezien mag worden. En daarmee of je stopverf kunt verwijderen met het beglazingskit protocol. Gezien de vele vragen zetten we deze voor iedereen op een rijtje.

Na afstemming met TNO is gesteld dat stopverf ingedeeld dient te worden bij kit. Niet bij beglazingskit. Het beglazingskit protocol mag dus bij stopverf niet toegepast worden.

In de praktijk is stopverf is wel veel toegepast als beglazingskit, maar ook anders (als vulmiddel). De validatie die is uitgevoerd op basis waarvan het beglazingskit protocol is opgesteld en de risico-indeling is gemaakt is niet gedaan op stopverf. Om die reden kan het beglazingskit protocol niet toegepast worden op stopverf. In SMART hangt de alias stopverf dus aan Kit.

SMA-rt Nieuwe Stijl is nog niet in productie. Door SZW wordt nog gewerkt aan nieuwe regelgeving.

De glovebag mag alleen worden toegepast als een "niet betreedbare constructie van beperkte omvang waarmee het te verwijderen asbesthoudende materiaal lekvrij wordt afgeschermd van de omgeving". Het gebruik is in geval van RK2 en RK2a toepassingen voorbehouden aan een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf door of onder toezicht (op de projectlocatie) van een DTA. Na afloop van een glovebag-verwijdering is een visuele inspectie door een hiervoor geaccrediteerd onderzoeksbureau verplicht (te onderzoeken gebied minstens 2 meter vanuit de glovebag). De opdrachtgever kan verzoeken om aanvullende luchtmonsters, met analyse door middel van elektronenmicroscopie.

De glove-bag mag alleen worden toegepast als de SMART in het asbestinventarisatierapport dit specifiek vermeldt. De eisen die bij gebruik van de glove-bag horen zijn ook opgenomen in de SMART.

Nee, hiervoor is geen richtlijn. 

In artikel 19, 1e lid van het certificatieschema is de minimale omvang van een inventarisatie vastgelegd. In de toelichting van artikel 19 is het volgende opgenomen “Een asbestinventarisatie beperkt zich niet tot een inventarisatie van afzonderlijke bronnen of constructiedelen.” Het inventariseren van alleen het dak is dus niet toegestaan.

Klachten over bedrijven met een procescertificaat kunt u kenbaar maken bij de Certificerende Instelling die het certificaat van het desbetreffende bedrijf heeft uitgegeven. In het register op onze website kun u nakijken door welke CI het certificaat is afgegeven.

Wijzigingen of fouten in uw bedrijfsgegevens of persoonsgegevens kunt u doorgeven aan de CKI door wie aan u een certificaat is verstrekt. Stichting Ascert verwerkt alleen gegevens die door de CKI's worden aangeleverd. 

In het certificatieschema staat bij artikel 20 lid 1

Het asbestinventarisatiebedrijf draagt er zorg voor dat van elk aangetroffen type asbestverdacht materiaal een representatief monster wordt genomen. Deze verplichting geldt niet bij objecten waarvan uit geraadpleegde documentatie aantoonbaar blijkt:
a. welke soorten asbest in het object verwerkt zijn en wat de percentages asbest zijn; of
b. dat er asbest in het object verwerkt is en voor SMART geen analyseresultaten nodig zijn om de risicoklasse te bepalen.

In de Toelichting bij het artikel staat:
Als het nemen van een monster niet mogelijk blijkt omdat de asbesthoudende toepassing in het object verwerkt is en het nemen van een monster kan leiden tot asbestvezelemissie en de risicoklasse door het ontbreken van een percentage asbest niet bepaald kan worden door middel van SMART, moet de toepassing in de hoogste risicoklasse worden ingedeeld.

Er dient in deze gevallen dus de hoogste risicoklasse toegekend te worden. Echter er is hierop één uitzondering die voortkomt uit de zin in lid b “en voor SMART geen analyseresultaten nodig zijn om de risicoklasse te bepalen.”

SMART heeft voor één specifiek geval geen analyseresultaten nodig om wél tot een risicoklasse te komen. Voor toepassingen waarbij het asbest volledig omsloten is (zoals bij toestellen of platen in deuren) en er dus ook geen asbest kan vrijkomen zal Smart een risicoklasse 1 toekennen. De gedachte hierachter is dat juist de bemonstering ervoor zou zorgen dat het omsloten asbest niet meer omsloten is en je juist emissie gaat veroorzaken. In SMART dient dan bij de asbest soorten “Geen analyse” te worden aangegeven. Vervolgens staat SMART bij bevestiging alleen nog maar “Geheel omsloten” en bij de handeling “Omsloten toepassing verwijderen” toe om deze situatie te ondersteunen.

Er worden met enige regelmaat vragen gesteld of stopverf als kit of als beglazingskit gezien mag worden. En daarmee of je stopverf kunt verwijderen met het beglazingskit protocol. Gezien de vele vragen zetten we deze voor iedereen op een rijtje.

Na afstemming met TNO is gesteld dat stopverf ingedeeld dient te worden bij kit. Niet bij beglazingskit. Het beglazingskit protocol mag dus bij stopverf niet toegepast worden.

In de praktijk is stopverf is wel veel toegepast als beglazingskit, maar ook anders (als vulmiddel). De validatie die is uitgevoerd op basis waarvan het beglazingskit protocol is opgesteld en de risico-indeling is gemaakt is niet gedaan op stopverf. Om die reden kan het beglazingskit protocol niet toegepast worden op stopverf. In SMART hangt de alias stopverf dus aan Kit.

Het rapport moet aangeven wat daadwerkelijk is onderzocht en wat de geschiktheid van het rapport is voor de uitvoering. Dat kan inderdaad anders zijn dan in eerste instantie met de opdrachtgever is afgesproken.

Zo mag een rapport waarin vermeld wordt dat deze geschikt is “voor volledige renovatie of totaalsloop” onvoorwaardelijk geschikt zijn voor dat doel binnen de reikwijdte en geen beperkingen of uitsluitingen meer bevatten. Zijn deze er nog wel, dan dient een andere (juiste) geschiktheid te worden gerapporteerd, de reikwijdte te worden aangepast naar dat deel van het bouwwerk waarvoor geen beperkingen of uitsluitingen gelden, of dienen de beperkingen of uitsluitingen die tijdens het onderzoek zijn waargenomen eerst opgeheven te worden.

De eisen zijn gesteld in de certificatieregeling. U vindt de certificatieregeling onder 'Wet- en Regelgeving'

De Commissie SCi-547 is inmiddels opgeheven. Hiervoor in de plaats is het Validatie en innovatiepunt (VIP) gekomen. De besluiten die door de Commissie SCi-547 zijn genomen, zijn op te vragen via het secretariaat.

SMA-rt Nieuwe Stijl is nog niet in productie. Door SZW wordt nog gewerkt aan nieuwe regelgeving.

De glovebag mag alleen worden toegepast als een "niet betreedbare constructie van beperkte omvang waarmee het te verwijderen asbesthoudende materiaal lekvrij wordt afgeschermd van de omgeving". Het gebruik is in geval van RK2 en RK2a toepassingen voorbehouden aan een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf door of onder toezicht (op de projectlocatie) van een DTA. Na afloop van een glovebag-verwijdering is een visuele inspectie door een hiervoor geaccrediteerd onderzoeksbureau verplicht (te onderzoeken gebied minstens 2 meter vanuit de glovebag). De opdrachtgever kan verzoeken om aanvullende luchtmonsters, met analyse door middel van elektronenmicroscopie.

De glove-bag mag alleen worden toegepast als de SMART in het asbestinventarisatierapport dit specifiek vermeldt. De eisen die bij gebruik van de glove-bag horen zijn ook opgenomen in de SMART.

Ja, dit is vastgelegd in artikel 37 van het processchema.

De eisen zijn gesteld in de certificatieregeling. U vindt de certificatieregeling onder 'Wet- en Regelgeving'

Klachten over bedrijven met een procescertificaat kunt u kenbaar maken bij de Certificerende Instelling die het certificaat van het desbetreffende bedrijf heeft uitgegeven. In het register op onze website kun u nakijken door welke CI het certificaat is afgegeven.

Wijzigingen of fouten in uw bedrijfsgegevens of persoonsgegevens kunt u doorgeven aan de CKI door wie aan u een certificaat is verstrekt. Stichting Ascert verwerkt alleen gegevens die door de CKI's worden aangeleverd. 

De verschillende SC-531 documenten hebben nimmer een officiële status gehad. Deze door Ascert opgestelde aanvullingen op het certificatieschema zijn nooit door het Ministerie van SZW goedgekeurd en om die reden nooit door Ascert gepubliceerd op de website. Op de inhoud van deze documenten kan derhalve geen geldig beroep worden gedaan. 

De Commissie SCi-547 is inmiddels opgeheven. Hiervoor in de plaats is het Validatie en innovatiepunt (VIP) gekomen. De besluiten die door de Commissie SCi-547 zijn genomen, zijn op te vragen via het secretariaat.

SMA-rt Nieuwe Stijl is nog niet in productie. Door SZW wordt nog gewerkt aan nieuwe regelgeving.

Het huidige DAV-certificaat is opgesplitst in twee niveaus.

Iemand die DAV wil worden, start met het behalen van een DAV-1-certificaat. Dit certificaat heeft een geldigheidsduur van 36 maanden. De persoon dient dan wel onder begeleiding van een DAV-2 of DTA te werken.

Om in aanmerking te komen voor een DAV-2 certificaat, moet de DAV-1 onder begeleiding van een mentor een portfolio opbouwen.

In deze praktijkperiode moet de DAV-1 de door Ascert opgestelde praktijkopdrachten aantoonbaar uitvoeren in tenminste 120 pakuren, waarvan tenminste 30 in containment, in tenminste 40 pakdagen van tenminste 1 pakuur per dag.  Zie hiervoor ook het leerwerktraject.

Tussen de mentor, DAV-1 en de werkgever wordt een leerwerkovereenkomst getekend. Zonder mentor kan geen leerwerktraject worden opgestart. 

De mentor heeft een belangrijke rol in de begeleiding en opleiding van de DAV-1. De mentor dient te zijn opgenomen in het mentorregister op de website van Ascert.

Na het uitvoeren van het leerwerktraject wat aan de eisen voldoet, wordt een verklaring opgesteld door de mentor. Het dossier en de verklaring worden getoetst door Ascert. De DAV-1 kan met een verklaring van de mentor en het beoordelingsverslag van Ascert het DAV-2 examen aanvragen. 

Ja. Uw ADK diploma is en blijft geldig. Geldigheid kan door het secretariaat van Ascert te allen tijden gecontroleerd worden. Let wel dat in het processchema in enkele artikelen een ADK certificaat verplicht wordt gesteld, waarbij een diploma ADK niet meer voldoet.

Nee, want er zijn geen ADK diploma's meer die minder dan 3 jaar oud zijn. Ascert kan een en ander nog wel nagaan, maar het wordt niet meer getoond.

Nee, hiervoor bestaat geen verplichting. Het kan zijn dat voor bepaalde functies en/of door bepaalde instanties de eis wordt gesteld dat je voortaan over een certificaat dient te beschikken. Neem hiervoor contact op in uw eigen organisatie of de organisatie waarvoor u werkt of gaat werken.

Klachten over een persoon met een persoonscertificaat kunt u kenbaar maken bij de Certificerende Instelling die het certificaat van de desbetreffende persoon heeft uitgegeven. In het register op onze website kun u nakijken door welke CI het certificaat is afgegeven.

Het persoonscertificaat wordt verstrekt door de Certificerende Instelling. Zij zorgen eveneens voor opname van de certificaatgegevens in het register van Ascert. Er zit doorgaans een aantal dagen tussen het moment van afgifte van het persoonscertificaat en de opname van de gegevens in het register.

De Certificerende Instelling (CI) draagt zorg voor het opnemen van de certificaatgegevens in het register. Vraag bij desbetreffende CI of exameninstelling na waarom uw certificaat nog niet zichtbaar is.

Wijzigingen of fouten in uw bedrijfsgegevens of persoonsgegevens kunt u doorgeven aan de CKI door wie aan u een certificaat is verstrekt. Stichting Ascert verwerkt alleen gegevens die door de CKI's worden aangeleverd. 

Voor een kopie van uw certificaat of pasje kunt u contact opnemen met uw Certificerende Instelling. Zij kunnen u een nieuw exemplaar verstrekken.

In het certificatieschema. Voor asbestinventarisatie in artikel 14 en voor asbestverwijdering in artikel 34.

Er zijn twee websites over de ABM Campagne:

https://www.vezelveiligheid.nl

De oude website (www.abm-campagne.vezelveiligheid.nl) blijft tot nader bericht in de lucht. De oude accounts en certificaten blijven hierdoor bereikbaar. 

Vereniging Veilig & Gezond Werken (voorheen AVAG) heeft op hun website certificaathouders van het SafetySign Erkend Face Fittester gepubliceerd:
http://www.safetysign.nl/certificaten/safetysign-erkend-face-fittester

Onder "facefit-testers" en "erkende tester" wordt verstaan het bedrijf dat erkend is door de Stichting Bedrijfserkenning voor Veiligheid, Gezondheid en Welzijn (VVGW) en een erkenning heeft voor de gele SafetySign. 

Nee, naast de persoon moet ook het bedrijf waar de fittest wordt afgenomen erkend zijn.

Bekijk de website www.vezelveilgheid.nl, begin op tijd met het doorlopen van de instructies, lees de FAQ’s op de website van Vezelveiligheid en houd rekening met de 8 weken wachttijd tussen de instructie Adembescherming deel 1 en deel 2. De periode tussen deel 1 en 2 is bedoeld om de bewustwording van en juist gebruik van ABM te benadrukken.

Je kunt hiervoor contact opnemen met Vezelveiligheid via info@vezelveiligheid.nl of middels het contactformulier op hun website www.vezelveiligheid.nl

Om de DAV-1 als mentor te begeleiden, dient u een mentortraining en examen te hebben gevolgd. Na het succesvol afronden van deze training ontvangen we graag een ondertekend exemplaar van het mentorreglement, tezamen met een kopie van uw getuigschrift. Lees het mentorreglement goed door alvorens u dit ondertekent! Opleiders van de mentortraining staan vermeld op de pagina 'Opleidingen Asbest' bij de kolom 'Mentor'. 

Indien u beschikt over een geldig DTA of ADK categorie II of IIIb certificaat is de mentoropleiding en examen niet noodzakelijk. U kunt dan bij Ascert een verzoek indienen om opgenomen te worden in het mentorregister. Hiervoor ontvangen we dan graag het ondertekende mentorreglement. Nadat wij het door u ondertekende mentorreglement hebben ontvangen, voegen we het mentorschap toe aan het mentorregister en krijgt u toegang tot de mentormodule. 

Met de ondertekening van het reglement verklaart u dat de instructies zijn gevolgd/gelezen. Alleen het invullen en opsturen van het ondertekende mentorreglement is dus niet voldoende.

Ascert beoordeelt de (aanvullende) stukken binnen maximaal drie werkdagen nadat het traject door de mentor is afgesloten. We kunnen helaas niet altijd voldoen aan verzoeken tot versneld controleren. Dossiers worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst.

Trajecten worden beoordeeld op basis van een checklist.
Het instructiedocument voor mentoren beschrijft stap voor stap hoe u alle informatie moet verwerken in de mentormodule en met behulp van de checklist kunt u alles controleren voordat u het traject afrondt.

Ja, dit mag. Echter, om het examen te mogen afleggen is het beoordelingsverslag van Ascert wel nodig. Daarom adviseren wij te wachten met het aanvragen van het examen totdat het beoordelingsverslag van Ascert is ontvangen.

Nee.
De mentor hoeft niet in dienst te zijn van het asbestverwijderingsbedrijf waar de DAV-1 opdrachten uitvoert. Pas als de DAV-1 besluit dat hij het DAV-2 certificaat wil behalen, moet het leerwerktraject worden gevolgd. Voor het leerwerktraject moet wel een mentor worden aangesteld, maar die hoeft niet in dienst te zijn van het verwijderingsbedrijf. 

Een DAV-1 mag in alle risicoklassen saneringswerkzaamheden uitvoeren. Als de DAV-1 DAV-2 wil worden tellen voor het leerwerktraject alleen de pakdagen mee waarin is gewerkt in risicoklasse 2 of 2a .

De logboeken dienen te voldoen aan de eisen uit de certificatieregeling en moeten voor de beoordeling van het DAV-1 traject tenminste bevatten:

  • de in- uit registratie van de DAV-1 en andere DAV-ers;
  • de naam en handtekening van de DTA;
  • de locatie (adres) van uitvoering;
  • de datum van uitvoering;
  • de aard en beschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden (wat is er gedaan, wat is verwijderd, wat was de risicoklasse, betrof het openlucht of containment situatie)

Wijzigingen of fouten in het mentorregister kunt u per e-mail aan Ascert doorgeven.

Mentoren (en DAV-1) kunnen wijzigingen in hun e-mailadres en/of wachtwoord zelf doorvoeren in de mentormodule. Indien dit niet lukt, kunt u contact opnemen met het secretariaat via info@ascert.nl

Ja, dat kan, maar alleen als u al een ADK Categorie I certificaat heeft.

De overgangstermijn om ook met andere ADK certificaten in aanmerking te komen voor PE voor ADK Categorie I is verstreken. 

Het certificatieschema gaat ervan uit dat hercertificatie van DIA’s plaatsvindt door middel van permanente educatie. Zie artikel 15 lid E van het certificatieschema. Examen doen om te hercertificeren is alleen nog mogelijk bij bijzondere omstandigheden, maar er moeten dan alsnog minimaal 12 PE punten zijn behaald.

Als u een geldig DIA of ADK Cat. I-certificaat heeft wat is verlopen ná 1 juli 2023, dan kunt u zich aanmelden voor PE via info@ascert.nl

Vermeld in uw aanmelding:

  • uw naam en voorletters zoals opgenomen in het register van Ascert
  • uw geldige SCA-code
  • voor welke certificaat u PE wilt volgen.

Alle aanmeldingen worden 1x per week door Ascert verwerkt na controle van de gegevens in het register. Ter bevestiging van uw aanmelding ontvangt u dan de inloggegevens voor het persoonlijke PE Portfolio.

U ontvangt die mail dan van het mailadres: no-reply@mijnportfolio.nl. Controleer hiervoor ook uw spam-map en noteer alle gegevens die u bij eerste aanmelding invoert goed, want u heeft ze later ook weer nodig!

U kunt inloggen via: https://ascertpe.mijnportfolio.nl/.
Vervolgens vult u de eerder door uzelf ingestelde gebruikersnaam (of uw mailadres als u de gebruikersnaam niet meer weet) en het wachtwoord in om in te loggen. Bent u het wachtwoord vergeten, dan kunt u via deze inlogpagina een nieuw wachtwoord aanvragen. Noteer de gegevens goed (of sla op onder favorieten) voor de volgende keren dat u wilt inloggen. 

Komt u er niet uit? Mail naar info@ascert.nl en wij gaan voor u na of u al een PE-portfolio heeft en welke gegevens op uw naam zijn geregistreerd. 

Als u na uw aanmelding voor PE kunt inloggen in uw persoonlijke PE-omgeving, dan kunt u daar zien welke PE-activiteiten u kunt volgen. Alleen de activiteiten die daar zijn opgenomen, zijn erkend door Ascert. U kunt dus zelf geen activiteiten opvoeren, waarvan u denkt dat die relevant zijn. 

Als je eenmalig een PE-activiteit wilt laten erkennen, bijvoorbeeld omdat je als brancheorganisatie een congres wilt organiseren of omdat je als werkgever een op maat gemaakte PE-activiteit voor je werknemers wilt aanbieden, dan kun je mailen naar projectcoordinator@ascert.nl. Geef je interesse aan en vermeld duidelijk dat het om een eenmalige PE-activiteit gaat. Vervolgens neemt Ascert contact met je op om de vervolgstappen met je te bespreken.
Als je vervolgens besluit verder te gaan met de aanvraag, krijg je toegang tot een online platform. In dit platform beantwoord je vragen over onder andere de inhoud en opbouw van de activiteit, en de deskundigheid van docenten/trainers. Dit wordt vervolgens beoordeeld door een onderwijskundige en een inhoudsdeskundige. Zij adviseren de Commissie Examens en Permanente Educatie, die daarna uiteindelijk het besluit neemt over de erkenning van de PE-activiteit.
De verdere procedure staat beschreven in het Reglement Erkenningen.

Uw PE Aanbieder zorgt dat de PE Punten in uw portfolio worden bijgeschreven in uw persoonlijke PE omgeving als u een activiteit heeft bijgewoond of aan een activiteit heeft deelgenomen. U hoeft daarvoor in het portfolio zelf niets te doen. 

Het verwerken van PE Punten kan alleen als u zich al heeft aangemeld voor een PE-portfolio en uw aanmelding door Ascert is verwerkt. Zorg dus voor aanmelding PE voordat u een activiteit gaat volgen!

Uw werkgever dient zich aan te melden bij Ascert. Ascert zal uw werkgever registreren in het PE-portaal en de werkgever ontvangt hiervoor inloggegevens. Vervolgens kan uw werkgever aan u kenbaar maken dat hij inzage wil in uw portfolio.  In uw PE-portfolio kunt u vervolgens zelf uw werkgever koppelen aan uw portfolio. Hiermee verleent u toestemming dat uw werkgever kan meekijken. Uw werkgever kan het volgende zien:

  1. Uw geldige persoonscertificaten DIA en/of ADK;
  2. De door uw gevolgde PE Activiteiten;
  3. De door u behaalde PE-punten;
  4. De PE-agenda waarin het gehele aanbod van erkende PE-activiteiten is opgenomen en wanneer die plaatsvinden.

U blijft te allen tijde zelf verantwoordelijk voor uw PE-traject, zoals het behalen van voldoende PE-punten volgens de vereisten van het certificatieschema.

Wanneer u niet langer wilt dat uw werkgever inzage heeft in uw portfolio, kunt u de werkgever weer ‘loskoppelen’ van uw portfolio. Dit is bijvoorbeeld altijd het geval als u van werkgever verandert. U kunt dan uw oude werkgever loskoppelen en uw nieuwe werkgever koppelen aan uw portfolio. 

Haal je in drie jaar meer dan 24 PE-punten, dan mag je dat overschot niet meenemen bij hercertificering. 

Voor de PE-activiteit ‘audit in de praktijk’ kan goedkeuring worden gevraagd via het PE-portaal.

Via het tabblad ‘PE-agenda/PE activiteiten zonder datum’ is de activiteit en de daaraan gestelde eisen in te zien. 
Via het tabblad ‘Mijn PE-activiteiten’ kan via de knop (rechtsboven) ‘+PE activiteit vastleggen’ goedkeuring worden gevraagd: je kiest daar de juiste activiteit (02_Bijzondere PE Activiteit DIA audit in de praktijk; incl. format reflectieverslag) en vult de datum van de uitgevoerde audit in. Volgens de beschrijving dienen in ieder geval de volgende bestanden te worden toegevoegd: het verslag van de CI van de uitgevoerde audit, én het volledig ingevulde reflectieformulier. 

Het reflectieformulier vind je terug en is te downloaden via het tabblad ‘Informatie’ in jouw portfolio. Na invullen kun je het uploaden bij de aanvraag voor goedkeuring. 
Je dient tenslotte de aanvraag in. 

De aanvraag zal vervolgens worden beoordeeld op volledigheid. Een onderwijskundige zal het ingevulde reflectieformulier beoordelen. 

Let op: deze activiteit kan slechts eenmaal per 3 jaar als PE-activiteit worden opgevoerd. 

Tip: heb je te maken (gehad) met meerdere audits, kies voor deze activiteit dan de audit die je misschien het lastigst vond en waarvan je (dus) hebt geleerd.  

Voor de categorie DIA-Toetstermen zijn in een certificatieperiode van 3 jaar minimaal 16 PE-punten vereist;
je mag in de categorie DIA-Vrije Ruimte tijdens de certificatieperiode van 3 jaar maximaal 8 PE-punten halen.

Je mag alle vereiste 24 PE-punten in een periode van 3 jaar halen in de categorie DIA-toetstermen. PE-punten voor de categorie DIA Vrije Ruimte zijn niet verplicht.

Je moet minimaal 6 PE-punten per jaar halen. Het maakt niet uit in welke categorie je die PE-punten per jaar haalt, maar je moet daarbij natuurlijk de eis voor het totaal van 3 jaar in de gaten houden: minimaal 16 DIA toetstermen en maximaal 8 voor DIA Vrije Ruimte.